Eerst Gerard, dan Sjaak?

door Rik Tims

Sjaak was mijn broer. Negen jaar ouder dan ik. Toen hij 16 was ging hij studeren. Hij werd internist. Zo’n vier keer per jaar kwamen we bij elkaar op bezoek. De laatste jaren van zijn leven zagen we elkaar vaker.
Tijdens de uitvaart van mijn schoonvader Gerard hoorde ik dat Sjaak ziek was.

De uitvaart van Gerard

Het mooie oude kerkje zit helemaal vol. Aafke, mijn vrouw, spreekt mooie, warme woorden. Dan is er muziek van Mozart: ‘In Diesen Heil’gen Halle’.
Mijn gedachten flitsen langs het leven van Gerard. Vrolijke, aardige, slimme vent met veel humor. Getrouwd met Corrie. Samen een mooi leven, vier lieve kinderen, veel vrienden, genieten van tuinieren, natuur en kunst. Hij was directeur research bij een groot bedrijf. Vlak na zijn pensioen de eerste signalen. Op bezoek in Castricum is Gerard vergeten of ze met de auto of de trein kwamen. Aafke belt met haar moeder. “Het valt wel mee, af en toe is hij wat vergeetachtig.”

De diagnose

Gerard is voorzitter van het kerkbestuur. Mede bestuursleden vertellen aan Corrie dat het niet meer gaat. Toch maar eens naar de huisarts, de diagnose: Alzheimer.
Op verjaardagsfeestjes is Gerard één en al vrolijkheid. Vrienden hebben eerst niets in de gaten. Zijn vaste begroeting: “Hallo, hoe gaat het met jou?” Hij noemt niemand bij naam. Iedere dag gaat hij fietsen. Dan heeft Corrie even rust. Op een dag wordt hij thuisgebracht. Hij wilde zijn vorige huis binnengaan. Gerard wordt lid van een kegelclub. Corrie brengt hem en haalt hem. Tekenen wordt zijn grote hobby. Hij maakt prachtige, surrealistische tekeningen.

Tot het niet meer gaat.

Een paar jaar gaat het best goed. Gerard wordt wat vlakker, zegt minder, wel altijd heel blij als hij ons ziet. Soms schrikt hij als hij zijn eigen kinderen niet herkent. Corrie krijgt het steeds zwaarder. Ze meldt hem aan bij een dagbesteding. Eerst één, dan twee, dan drie dagen per week. Gerard gaat spoken.
’s Nachts rommelt hij door het huis, plast in de woonkamer. Corrie slaapt bijna niet meer.
Opname volgt. Gerard wordt opgesloten. Hij wil naar buiten. Dat kan alleen als iemand hem bezoekt. Corrie komt elke dag. Als ze weg is wil hij ook weg. Rusteloos dwaalt hij over de gangen, rammelt aan de deuren. Soms verbouwt hij een stoel of tuiniert hij in de grote plantenbakken. Als op een avond een vreemde dame in zijn bed ligt, duwt hij haar de deur uit. Hij was de verkeerde kamer binnen gegaan.

Menswaardig?

Volgens de arts is Gerard niet meer te handhaven. Hij wordt overgeplaatst naar een speciale afdeling voor moeilijke gevallen. Heel veel medicijnen, rolstoel, luiers, soms vastgebonden op zijn stoel. Men weet geen andere oplossing. Is dit bestaan nog wel menswaardig te noemen? Alleen familiebezoek en klassieke muziek geven hem nog enige vreugde. Gerard overlijdt, tien jaar na de diagnose.

De plechtigheid is voorbij. De crematie is in besloten familiekring. Daarna naar het huis van Corrie. Ze heeft een grote pan soep voor ons gemaakt. We praten nog wat na. Af en toe moet ik denken aan wat Ineke, de vrouw van Sjaak, me vanmorgen vertelde. Zou het met Sjaak net zo gaan als bij Gerard?

Wordt vervolgd

deel dit bericht: