Wat als je naaste niet wil?

Leuk, die activiteiten van Uitjezorg; IJmond. Maar wat doe je als je naaste met geheugenproblemen bijna niks meer wil?

Dieneke Smit is samen met haar vader Henk en medebestuurder Bernadette Willemse de drijvende kracht achter zowel de Reigershoeve als Uitjezorg; IJmond.

Dieneke en Henk openden in 2013 zorgboerderij De Reigershoeve als sociale leefgemeenschap voor mensen met dementie en hun naasten, waaronder partners, kinderen, familie en vrienden.

De visie van de Reigershoeve benadrukt de menselijkheid van mensen met dementie. Met Uitjezorg; IJmond wil Dieneke de brug slaan naar thuiswonende mensen met beginnende dementie en hun sociale omgeving en naasten. Door activiteiten te organiseren die je gezamenlijk kunt ondernemen, en ook door kennis met elkaar te delen.

Geduld en begrip

Zowel Dieneke als haar collega’s horen het regelmatig van naasten en merken het zelf ook op de Reigershoeve. Het kan moeilijk zijn om mensen met dementie ergens toe te motiveren.

We willen vaak van alles van mensen met dementie. Douchen, aankleden, een dagritme aanhouden, even naar buiten, op bezoek of naar een activiteit. Sommige mensen vinden alles wel best en laten het over zich heen komen, of nemen zelf initiatief. Maar veel vaker is er weerstand. En blijf dan maar eens geduldig en meegaand.

Laatst vertelde een dochter van iemand met dementie die regelmatig op de Reigershoeve komt logeren:

“Het was zo’n gedoe. Ik wilde mijn vader brengen naar het logeerhuis. Ik moest daarna ook naar mijn werk, dus ik had een beetje haast. Anders was het misschien niet zo’n probleem geweest. Mijn vader wilde niet logeren. Hij was kwaad toen hij mijn moeder zijn koffertjes zag dragen. Waarom moet ik weg? Daar hebben jullie me helemaal niets over verteld!

Terwijl we dit natuurlijk al lang met hem hadden besproken. Maar hij was dat alweer kwijt.

We weten dat hij het naar zijn zin heeft als hij eenmaal op de Reigershoeve is. Maar de weg ernaar toe. Mijn moeder werd bozig en ik verloor ook mijn geduld. Iedereen was uiteindelijk verdrietig. Dan vraag je je af: Is dat het allemaal waard?”

Inleven en meebewegen

We kunnen ons dit gevoel allemaal goed voorstellen! Soms is er zoveel gedoe dat je denkt: laat maar zitten. Ik begin er niet meer aan. Wat helpt, is om de situatie achteraf eens goed te bekijken en het om te draaien.

Denk je eens in dat je dementie hebt en je krijgt ineens te horen dat je nu moet gaan logeren. De koffers zijn al gepakt (dit is natuurlijk niet daadwerkelijk zo, je naasten hebben je voorbereid, maar omdat je dit vergeten bent is dit wél de echte beleving van de persoon met dementie).

Hoe zou jij reageren? Zou je ook niet boos worden? En hoe zou je, als je al boos en verontwaardigd bent, reageren als iemand dan zegt: “Kom op pap, dit hebben we toch al gezegd, we gaan gewoon? “. Waarschijnlijk word je dan nog bozer.

Hang daarom je verontwaardiging, je ego, je haast, je plan, aan de kapstok.

Wat zou er gebeuren als je zegt: “Ojee papa, wat rot dat dit je nu overvalt. Ben ik zo stom geweest om dit niet tegen je te zeggen? Dat spijt me! Ik begrijp dat je kwaad bent!”.

De kans is groot dat de persoon met dementie zich begrepen voelt. En dat de boosheid hierdoor afzwakt en er weer ruimte ontstaat om te bedenken dat logeren ook zijn voordelen heeft.

Dit vraagt heel wat van jou als naaste. Je moet iemand die ongelijk heeft en onredelijk is gelijk geven. Je eigen boosheid aan de kant zetten. En ook nog eens een beetje liegen. Een moeilijke opgave! Oefen er eens mee en kijk wat er gebeurt. Leer van een situatie die niet goed is gegaan.

Boos zijn mag!

Soms is een bewoner op de Reigershoeve zó boos, dat niets wat je zegt hier ook maar enige verandering in kan brengen. We proberen iemand dan vaak af te leiden. “Zullen we eerst even rustig een kopje koffie drinken?”. Meestal maakt dit het alleen maar erger.

Dieneke: “Ik probeer dan iemands boosheid te erkennen. “Ik begrijp dat je boos bent, dat zou ik ook zijn! Zullen we even keihard schreeuwen samen?”.

Vaak lucht dat op en is er zelfs weer ruimte voor een lach. Dan is er weer verbinding en kun je verder.”

Drie concrete omgangstips

Op de Reigershoeve leren we nieuwe collega’s een aantal basisprincipes voor het omgaan met mensen met geheugenproblemen.

Tip 1: Tempo aanpassen

Ten eerste: pas je tempo aan en bedenk dat je bedreigend kunt zijn. Mensen met dementie hebben meer moeite om prikkels te verwerken en de denkfunctie van de hersenen hapert. Het verwerken van informatie kost daarom vaak meer tijd. Dikwijls is de omgeving druk en daarmee onveilig.

Mensen weten niet goed wat er om hen heen gebeurt of wat er gaat gebeuren. Stress ligt op de loer. Als wij mensen met dementie voor het blok zetten, door bijvoorbeeld snel op hen af te lopen, niet de tijd nemen om rustig verbinding te maken, gelijk al vragen stellen waar mensen het antwoord niet op weten, dan gaat het mis. Mensen voelen zich bedreigd. Als wij dan óók nog iets van deze persoon willen, dan is het antwoord natuurlijk: “Nee. Ik ga niet, ik wil niet, ik doe het niet”.

Tip 2: Maak je boodschap klein & zorg voor een positieve ‘vibe’

Ten tweede: maak je boodschap klein en breng iemand in een positieve ‘vibe’. Het is moeilijker voor mensen met dementie om grote plannen te overzien. Als je iemand met geheugenproblemen vraagt: “Kom, we gaan naar het Participatiekoor van Uitjezorg”. Dan is de kans groot dat deze persoon dit niet goed kan overzien. Wat is het Participatiekoor, wat is Uitjezorg? Waarom moeten we daarnaartoe, wat wil je van me?

Maak eerst contact met een gesprekje waarvan je weet dat iemand hier positief op reageert. Zo bouw je vertrouwen op en breng je iemand al in een positieve modus. Bijvoorbeeld: “Je houdt van zingen he? Vind je het ook zo fijn om samen met mij te zingen? Ga je met me mee om te zingen? Ik heb hier je jas, dan gaan we.”

Tip 3: Doe iets voor

Ten derde: goed voorbeeld doet volgen! Wij mensen zijn gewend vooral te communiceren met taal. Daarmee doen we steeds een beroep op het denken. Wil je iets van iemand met dementie? Probeer het dan ook gewoon eens voor te doen.

Bijvoorbeeld samen afwassen. Vraag het niet eerst, maar begin gewoon en geef iemand een theedoek. Of ga aan tafel zitten met de boontjes, en twee schilmesjes en begin gewoon. Of pruts een beetje aan.

De kans is groot dat iemand met dementie je komt helpen. Wil iemand niet douchen? Loop samen naar de douche, doe de douche aan en zeg dat de douche al lekker warm is. Zijn de handelingen moeilijk zoals tanden poetsen of misschien zelfs het zitten? Doe het voor, zodat iemand jou kan spiegelen.

Leestips

Er zijn onlangs veel mooie boeken geschreven met goede en duidelijke tips over het contact met en het motiveren van mensen met dementie. Een absolute aanrader is het boekje: ‘Zeg Ja bij dementie’, van Freya Flach en Hanneke van der Pol. Zij zijn ook te volgen op Instagram met leuke filmpjes en tips.

Ook ‘De dag door met dementie’ door Anneke van der Plaats en Dik Kits geeft goede informatie.

En ‘Tijd maken voor mensen met dementie’ van Kasper Bormans gaat verder over het motiveren van mensen met dementie. Op de Reigershoeve hebben we deze boeken te leen! Kom gerust langs om ze te halen.

Een hart onder de riem

Zoals gezegd: het is niet makkelijk! Wees vooral niet te streng voor jezelf als naaste. Soms sla ik ook wel eens de plank mis in het contact. Dan probeer ik weer te denken: “Wat kan ik de volgende keer proberen om mee te gaan in iemands beleving?”

deel dit bericht: